De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2026

De Nederlandse arbeidsmarkt lijkt goed te herstellen van de Covid-19-crisis. Er staan weer volop vacatures open, met name in de sectoren en beroepen die hard getroffen zijn door de hygiëne- en afstandsmaatregelen. De arbeidsmarkt is duidelijk bezig met een inhaalslag. Informatie over de huidige stand van de arbeidsmarkt is nuttig voor wie nu een baan zoekt. Het biedt echter weinig houvast voor jongeren die op het punt staan een opleiding en toekomstig beroep te kiezen en voor werkgevers die met hun strategische personeelsplanning bezig zijn om toekomstige uitdagingen aan te kunnen gaan. Met het Project Onderwijs-Arbeidsmarkt (POA) wil het ROA de arbeidsmarkt voorzien van informatie over de toekomstige verhouding tussen vraag naar en aanbod van vaardigheden zodat studiekiezers en werkzoekenden een beter beeld kunnen vormen van de vaardigheden waarop zij hun scholingsinvesteringen het beste kunnen richten en werkgevers beter kunnen inschatten waar toekomstige knelpunten in werving te verwachten zijn.

Afvlakking van de banengroei

De arbeidsmarkt draait nu goed en toch voorzien wij een afvlakking van de banengroei op middellange termijn. Onze kernboodschap is dan ook dat de euforie die nu heerst wel eens gedempt zou kunnen worden de komende jaren. Wel voorzien wij goede kansen voor gediplomeerden in de zorg, onderwijs en techniek. Daar staat tegenover dat werkgevers in die domeinen een uitdaging hebben om aan personeel te komen. Kijken in de toekomst is omgeven door onzekerheden. Evaluaties van de door ons in het verleden gemaakte prognoses pakken gunstig uit, maar, toegegeven, de huidige economische situatie is bijzonder te noemen. Wij zien bijvoorbeeld dat sectoren die het vandaag goed doen, zoals de bouw, erg conjunctuurgevoelig zijn en het de komende jaren naar verwachting juist minder zullen doen. Binnen POA ontwikkelen wij ook een aantal risico-indicatoren, zoals de conjunctuurgevoeligheid van deelmarkten en uitwijkmogelijkheden naar verschillende beroepen en sectoren. Deze indicatoren, samen met een aantal kernindicatoren voor de huidige aansluiting tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt voor alle onderwijssectoren, zijn opgenomen in het door ROA ontwikkelde ArbeidsmarktInformatieSysteem (AIS). De arbeidsmarktprognoses zijn niet bedoeld voor het simpelweg doorrekenen van een kwantitatief verschil tussen het verwachte aanbod en de verwachte vraag om dit verschil te vertalen naar ‘tekorten’ of ‘overschotten’ op de arbeidsmarkt. Een dergelijke benadering onderschat in onze ogen de vele wijzen waarop de arbeidsmarkt kan reageren op discrepanties tussen vraag en aanbod.

Samenvatting

  • Er is minder economische groei dan in voorgaande jaren. Het herstel uit de Covid-19-pandemie verloopt voorspoedig, maar op de middellange termijn zijn de vooruitzichten minder gunstig dan vóór de pandemie geraamd werd.
  • Knelpunten voor beroepen in het onderwijs, de zorg, techniek en ICT blijven groot. 
  • Er is een tweedeling binnen de technische beroepen in knelpunten: voor de bouwberoepen worden over 6 jaar geen knelpunten meer verwacht, voor de overige beroepen in de techniek wel.
  • Weinig knelpunten voor economische en administratieve en commerciële beroepen.
  • Over het algemeen geldt dat de arbeidsmarktperspectieven voor hoger opgeleiden gunstiger zijn dan voor lager opgeleiden.
  • Er gelden grotere onzekerheden voor de arbeidsmarktprognoses tot 2026. Dit komt omdat het nog onduidelijk is wat de effecten van de crisis zijn voor de korte en middellange termijn groei, wat het effect is op het aantal studenten dat afstudeert, en wat het effect is op de werkloosheid en werkgelegenheid als de overheidssteun aan bedrijven stopt. Daarnaast kunnen nieuwe varianten van het virus verdere openstelling van de economie vertragen.